Elektrisch

Aha! Nou wordt het leuk!

Het allergrootste verschil tussen een akoestische en een elektrische gitaar is het volgende. Wanneer je de laatste op een flinke gitaarversterker aansluit, kun je gewoon lekker hard spelen. Zeker als de versterker vol open staat, heeft elke akoestische gitaar het nakijken. En laten we wel wezen: gitaar spelen is leuk en als iets leuk is, is het goed.

Het principe is natuurlijk hetzelfde als bij een akoestische gitaar. Wordt de klankkast van een akoestische gitaar gebruikt om de trillingen van de snaren te versterken, bij de elektrische gitaar wordt deze rol overgenomen door de elementen. Dit zijn kleine magneetjes, omwonden met koperdraad, waarna het geheel beschermd kan worden met een plastic of metalen kapje. De uiteinden van de koperdraadjes worden verbonden met dikkere draadjes, die via elektronica met een gitaarversterker verbonden zijn. De trillingen van de snaren worden dus omgezet in elektrische stroompjes, vandaar ook de naam elektrische gitaar.

De elektrische gitaar is een uitvinding van de vorige eeuw. Hierdoor kon het instrument in de dansorkesten eindelijk eens te horen zijn boven het geschetter van allerlei trompetten, klarinetten en andere toeters. Hè hè, gelukkig.

De eerste elektrische gitaren waren nog country&western gitaren met een elementje erop gemonteerd (hieruit zijn de jazz-gitaren ontwikkeld). Leo Fender en Les Paul bedachten terecht dat de klankkast overbodig was en voilà: de plank was geboren.

Allereerste voorbeelden zijn dan ook de Fender Broadcaster (later de Telecaster) en de Gibson Les Paul. Na de Fender Telecaster is van dezelfde fabriek de Fender Stratocaster gekomen. Dit instrument heeft in de loop der jaren zo'n ontzettende populariteit gekend, dat menig niet-muzikant en reclamebureau denkt, dat dit het enige type gitaar is.

De voordelen van de Stratocaster zijn het typische elegante geluid, het lage gewicht en de sterkte van het instrument (alhoewel Jimi Hendrix dit laatste weer ontkende). Een nadeel is, dat zeker vroeger, het instrument lastiger en zwaarder te bespelen is dan een Les Paul. Op een Les Paul hoef je de snaren bijna niet in te drukken. Een Les Paul is daarentegen behoorlijk wat zwaarder (na een paar uur op het podium voel je dat wel), nog sterker en heeft een vollere toon.

Tegenwoordig zijn er elektronische kastjes op de markt, waarmee je willekeurig welke elektrische gitaar kunt laten klinken als willekeurig welke andere elektrische gitaar. Een voorbeeld is de Digitech RP100.

De aller-allerbeste bespeler van een Stratocaster was natuurlijk Jimi Hendrix: alles wat na hem kwam, is nog steeds een slappe en vlakke imitatie, vergeleken met wat hij uit een gitaar kon toveren. Je kunt op Internet en via andere bronnen heel veel informatie over zijn gebruikte spullen en techniek krijgen. Vergeten wordt echter, dat iedere andere gitarist met exact dezelfde spullen niet zo zal klinken als het grote voorbeeld. Nog steeds bepaalt de gitarist hoe het klinkt, niet de gitaar, niet de elektronica en ook niet de versterker.

Mark Knopfler is ook een bekende Stratocaster-gitarist, net als Eric Clapton en Stevie Ray Vaughan. Elk hebben/hadden zij ook hun eigen geluid, dat wereldberoemd werd.

Voorbeelden van Les Paul-gitaristen zijn Jan Akkerman, Eelco Gelling en Paul Kossof.

De allerbeste Telecaster-gitarist was Roy Buchanan.

Typisch, dat alle hier door mij genoemde gitaristen hun hoogtijdagen vierden in de laatste 40 jaar van de vorige eeuw. Behalve natuurlijk Jan Akkerman, die speelt nu nog steeds het beste.

In het stukje over akoestische gitaren werd het plectrum al genoemd. Door te variëren met verschillende plectrums en de manier waarop je het plectrum vasthoudt, kun je bijna eindeloos veel klanken produceren. Hier hebben klassieke gitaristen het nakijken. Meer over plectrums in het hoofdstuk plectrums.

Een goed afgestelde elektrische gitaar speelt bijna altijd makkelijker dan zijn akoestische broertje. Hoe komt dit? Bij een akoestische gitaar moeten de snaren verder van de hals afliggen. Dit komt, omdat een snaar, die vrijuit kan trillen, meer energie kan afgeven. Meer energie = meer geluid. Een elektrische gitaar heeft dit niet zoveel nodig. Wil je harder, dan zet je de versterker gewoon een streepje verder.

Staat een gitaar echter te licht afgesteld, dan kletteren de trillende snaren tegen fretten die hogerop de hals liggen (d.w.z. meer naar de body toe). Hierdoor ontstaan ongewenste geluiden. Alhoewel, een mooi kletterende gitaar is ook niet lelijk. Ik daag de lezer(es) uit, mij hiervan voorbeelden te sturen.

plectrums »« akoestisch