Plectrums

Plectrums zijn meestal driehoekig van vorm en kunnen van de meest uiteenlopende materialen gemaakt zijn: staal, vilt, rubber, hout enz. Wij beperken ons hier tot de meest gangbare: de plectrums van kunststof. Plectrums kunnen we onderverdelen in kleine en grote, goedkope en dure, maar ik maak onderscheid tussen dunne en dikke plectrums. Wat is het verschil tussen dunne en dikke plectrums? Wat zijn de voor- en nadelen?

Dunne plectrums

Deze zijn meestal goedkoper dan dikke plectrums en spelen iets makkelijker, zeker in het begin. Ook kun je met een dun plectrum makkelijker verschillende geluiden produceren. Een dun plectrum is gevoeliger voor de stand ten opzichte van de snaar. Dit noemen wij plectrum-voering. Vraag me niet, hoe ik aan dat woord kom, het klinkt goed in mijn oren.

Globaal kun je stellen, dat hoe schuiner je het plectrum houdt t.o.v. de snaar, hoe warmer de toon wordt. Staat het plectrum evenwijdig met de snaar, dan wordt de toon dunner, maar ook metaliger.

Een dun plectrum geeft mee. Daardoor zal de toon altijd een fractie van een milliseconde later komen dan het moment waarop het plectrum de snaar raakt. Natuurlijk, dit went en gitaristen die hun hele leven met dunne plectrums hebben gespeeld, kunnen fantastisch getimed spelen. Door de flexibiliteit van het dunne plectrum zal de hand, die het plectrum vasthoudt, echter een grotere beweging moeten maken. Hierdoor moet je dus meer energie zelf in het spelen moeten stoppen. Dit werkt op jaarbasis vermoeiend en het gevaar bestaat, dat de gitarist gaat raggen op de snaren om maar meer kabaal te kunnen maken. Dit kan uiteindelijk resulteren in geknapte snaren, en dat is nooit leuk. Er moet een nieuwe snaar op de gitaar en dat houdt op. Zo komen we er nooit.

Dikke plectrums

Deze zijn meestal duurder dan dunne plectrums en spelen iets moeilijker, zeker in het begin. Een dik plectrum heeft meer zijn eigen karakter en geeft meer zijn eigen geluid mee. De plectrum-voering is wat intensiever. Dat wil zeggen, je moet meer oefenen en spelen om het plectrum de baas te zijn.

Een dik plectrum geeft niet mee. Daardoor zal de toon vrijwel gelijk na het moment van contact met de snaar komen, waardoor je meer tijd hebt voor de volgende toon. Wat kunnen we daardoor? Juist: sneller spelen! Maar snel spelen is niet het enige wat telt. Blijven de vingers van de andere hand achter, dan heb je er nog niets aan. Doordat een dik plectrum dus niet meegeeft, hoef je zelf er minder energie in te stoppen.

Ik ben het met iedereen eens, dat in het begin een dik plectrum onhandig is ten opzichte van een dun plectrum. Echter, de aanhouder wint en met een dik plectrum kun je veel meer doen in dezelfde tijd met minder moeite. Ik raad het iedereen aan. Na jaren op een dun plectrum te hebben gespeeld, ben ik overgestapt op een dik plectrum en het gitaarspelen zelf doet geen aanslag op mijn conditie.

Conclusie: grootte telt niet, dikte wel!

capo tasto »« elektrisch