Materialen

Ik zelf heb plectrums gehad van plastic, metaal, hout en schildpaddenschild. Nu zullen veel dierenliefhebbers en natuurbeschermers over dat laatste vallen. En terecht. Afgezien van het feit, of schildpadden wel of niet tot de beschermde diersoorten behoren, is het natuurlijk ten hemel schreiend om een deel van een dier te gebruiken voor zulke aardse genoegens als gitaarspelen. Of muziek maken. De verkoper had mij echter overtuigd van het feit, dat het arme beestje allang dood was en ach, zo pep je de Nederlandse economie weer een beetje op. Vooral omdat de prijs zo rond de 35 gulden (toen nog) lag. Het plectrum ben ik kwijtgeraakt en heb het sindsdien geen seconde gemist.

Ook de houten plectrums hebben een kortstondige loopbaan doorgemaakt bij mij. Op de een of andere manier hoorde je bij elke toon een onplezierige tik, die je niet verwacht van zo'n groen natuurprodukt. Alsof de hardhouten boom wraak nam op de koper/gebruiker.

Met metalen plectrums is het nog erger: elke smid onder ons weet, wat voor een lawaai het geeft, als je metaal een opdonder geeft met metaal. Kling, kling kling! Zo klinkt gitaarspelen met een metalen plectrum ook. Of je moet het verdoezelen met allerlei randapparatuur, zoals Brian May, de gitarist van Queen. Maar die had dan ook de beeltenis van de Engelse koningin op zijn plectrums, misschien dat dat scheelt.

Bijna alle plectrums zijn vandaag de dag van plastic gemaakt. Plastic is aan de ene kant een fantastisch produkt: het is vrij goedkoop te produceren, behoudt lange tijd zijn vorm, gaat lang mee en is universeel toepasbaar. Van gsm's tot auto's, van bestek tot computer-omhulsels. Aan de andere kant heeft plastic niet die uitstraling van bijvoorbeeld hout, leer of een lekkere biefstuk. Wel een beetje vreemd, dat sommige gitaristen een gitaar kopen voor een prijs, waar Jantje Modaal een half jaar voor moet werken. Terwijl ze dat dure instrument van serieel gedroogd panga-panga hout bespelen met een stukje plastic van 1 euro. Mensen zijn rare wezens, gitaristen helemaal.

Qua vorm verschillen de plectrums vandaag de dag niet veel van elkaar. Ze zijn bijna altijd driehoekig met twee stompe, afgeronde hoeken en een scherpere hoek. Met deze laatste hoek komt het het plectrum in contact met de snaren. Behalve bij sommige jazz-gitaristen. Die prefereren de stompe hoeken van het plectrum, om de overdaad aan lage tonen en het gemis aan hoge, scherpe tonen. Zij noemen dat een 'warme' toon. Hoe scherper die scherpe hoek, hoe scherper de toon. Hoe stomper, hoe warmer. Hier zijn echter grenzen aan. Een mooi gemiddelde ligt zo rond de 45 graden.

Niet alleen de vorm van het plectrum is verantwoordelijk voor het geluid, ook de hoek waarmee de snaar geraakt wordt. Zie hiervoor bij het hoofdstuk 'technieken'. Wat betreft de afmetingen, lopen de verschillende plectrums niet zo veel uit elkaar: ongeveer 3 cm lang, 2,5 cm breed en van heel dun tot heel dik.

nodig »« geschiedenis