Pa en zanginstallatie

Speel je in een café of klein zaaltje tot ca 75 man, dan is een zanginstallatie meestal wel voldoende. Een zanginstallatie bestaat uit één of meerdere microfoons + mengpaneel + eindversterker(s) + 2 zaalboxen + eventueel monitorboxen + bekabeling en standaarden.

Komt er meer volk op af, dan is een PA (Public Address) systeem eigenlijk onmisbaar. Een en ander gaat harder; niet alleen de zang, ook de andere instrumenten kunnen worden versterkt. Soms het zaalgeluid is vaak mooier. Nadeel is wel weer, dat je iemand extra nodig hebt om tijdens het optreden het totale volume binnen de perken en de geluidskwaliteit in de gaten te houden. Dat kost ook weer geld. Voor niks gaat de zon op...

Wat is het verschil tussen een zanginstallatie en een PA? Welnu, een zanginstallatie is primair bedoeld om alleen de zang te versterken. De menselijke stem komt nou eenmaal zonder hulp niet boven het lawaai van een drumstel uit. Een PA daarentegen is bedoeld om alles te versterken, dus ook de basgitaar. Het publiek hoort (behalve bij eigenwijze hardrock-bands) dus alleen het geluid uit die grote torens met gigantische luidspreker-kasten en niet wat uit de versterkers + luidsprekers (de backline) op het podium komt. De gitaarversterker op het podium, bijvoorbeeld, fungeert dan als monitor voor de gitarist. Het grote voordeel van een PA, zoals hiervoor al genoemd, is dat het geluid van de band door een technicus (mixer, mengelman) in de zaal afgeregeld wordt door middel van een mengpaneel met wel 1.000.000 knopjes. Deze technicus weet feilloos binnen een milliseconde elk knopje te vinden, ahum...

roadies »« backline