Ja.. en wat nu?

Techniek is een mooi iets, als het voor mooie dingen gebruikt wordt.
Een diepvrieskast, of een doucheslang, of een deurstopper bijvoorbeeld.
Allemaal voorbeelden van nuttige dingen, die ervoor zorgen, dat andere dingen beperkt worden in de natuurlijke loop van hun 'zijn'.

Een schoenveter wil helemaal niet gestrikt zijn, maar rustig met zijn broertjes en zusjes bij Zeeman in de bak liggen. In zijn papieren omhulseltje. Gezellig met zijn soortgenootjes.
Komen wij mensen om die veter uit zijn vertrouwde omgeving te halen en door allerlei metaalomhulde gaten te steken en dan ook nog in een onnatuurlijke houding te wringen.

Een gitaarsnaar wil eigenlijk niks anders: lekker opgerold in zijn papieren of plastic zakje wachten. Wachten tot hij te oud wordt en, ach, hij heeft een mooi leven gehad, toch?
Op het moment dat hij 'op een gitaar' wordt gezet, begint het werk pas echt.
Slavernij, dat is het!
Vind je het gek, dat als je een verse gitaarsnaar uit zijn zakje haalt, hij dan weerbarstig openspringt met de gedachte van: "Jou ga ik eens lekker in je vingers prikken"? Kijk wel uit met je ogen: die krengen kunnen verdomd pijn doen...

Nergens in de natuur vinden wij het begrip 'beul' anders dan onder ons mensen. Vraag maar aan de gitaarsnaren!
Maar dat gaan we dus doen... in het volgende hoofdstuk.

opzetten »« vibraties